Flamenco

Andalusië is de bakermat van de flamenco. Sevilla is dan ook dé plaats om een flamencobar te bezoeken, de dans te leren, of meer te weten te komen over de verschillende flamencostijlen.

Er zijn veel zogeheten tablaos flamenco in Sevilla. Daar worden professionele shows opgevoerd, waar vooral toeristen op af komen. Je herkent deze tablaos aan de toeristenbussen voor de deur. De shows zijn uitstekend, maar voor een meer authentieke ervaring moet je naar een flamencobar. De volkswijk Triana is een goed startpunt.

De straat Calle Betis is een aaneenschakeling van nogal schreeuwerige bars, maar op nummer 31 vind je een echte flamencobar, Lo Nuestro. Om de hoek, op Calle Duarte 3 zit La Traberna. De lokale variant van de flamenco, de Sevillana, wordt gedanst in Casa Anselma, Calle Pagés del Corro 49. Langs de rivier zit ook een uitstekende flamencobar, Simpecao.

Om het jaar staat Sevilla op zijn kop door een groot flamencofestival. Dan komen de beste dansers naar de stad en zijn er op vele plaatsen optredens. Dit Bienal de Flamenco wordt in even jaren gehouden, in de maand september.

Verder zijn er vele scholen in Sevilla waar je de flamenco kunt leren dansen. Een van de oudste en beste scholen is Taller Flamenco. Workshops zijn er ook in het Flamenco Museum (Museo del baile Flamenco). Dit is het enige museum ter wereld gewijd aan de geschiedenis en de betekenis van flamenco. Het museum is modern van opzet, met multimediale interactieve presentaties. Het is opgezet door Cristina Hoyos, zelf een flamencodanseres. In Sevilla tref je meerdere bezienswaardigheden en plekjes aan rondom flamenco. Flamencolessen worden gegeven in de kelder van het gebouw, een sfeervolle omgeving voor deze workshops. Flamenco is overigens niet alleen muziek en dans, het beïnvloedt ook andere kunstvormen als mode, literatuur en film. Dat kun je zien in een tentoonstelling op de bovenste verdieping van het Flamenco Museum.