Toen Karel I van Anjou in de tweede helft van de 13e eeuw koning werd van het koninkrijk Sicilië (dat zuidelijk Italië en Sicilië omvatte) verplaatste hij de hoofdstad van Palermo naar Napels. Daar hoort een kasteel bij en dus gaf hij opdracht tot de bouw van Castel Nuovo, dat toen overigens nog niet zo heette. De naam Nieuw Kasteel kreeg het pas nadat Alfonso I het in 1443 helemaal liet verbouwen.
Van het oorspronkelijke kasteel is alleen de Capella Palatina overgebleven. Op de binnenplaats staat de kerk Santa Barbara met fresco’s van Giotti. Voor de intocht van Alfonso I van Aragon werd in 1443 de Arco di Trionfo gebouwd, een toegangspoort van wit marmer die duidelijk afsteekt bij het grijze vulkanische gesteente waaruit de rest van het complex bestaat. Het meest in het oog springen de massieve torens, drie aan de voorkant en twee aan de achterkant.
De Salei di Baronna, de Baronnenzaal, heeft een indrukwekkend Spaans-gotisch gewelf in de vorm van een ster. Deze zaal dankt zijn naam aan een gebeurtenis onder koning Ferdinand, de zoon van Alfonso. De baronnen van Napels spanden samen tegen het bewind van de Aragons. Ferdinand nodigde ze uit voor een feestje in het kasteel, maar dat liep uit op een drama. De koning liet het kasteel hermetisch afsluiten en de baronnen werden gearresteerd en later geëxecuteerd.
In de westelijke vleugel van het kasteel is het Museo Civico gevestigd. De kunstwerken uit het kasteel zijn daar tentoongesteld, voornamelijk beelden en schilderijen. Nabij Castel Nuovo liggen meer bezienswaardigheden in Napels, waaronder Teatro San Carlo.
Website: Castel Nuovo
Adres: Piazza Municipio
Openingstijden: 09.00-19.00