Duomo

De Dom van Napels is de grootste kerk van de stad en een van de veelbezochte bezienswaardigheden in Napels. De bouw van deze kathedraal begon in de 13e eeuw onder Karel I van Anjou en werd in 1315 ingewijd. Twee oudere christelijke kerken werden in de Dom opgenomen en dat is nog duidelijk te zien in de linkervleugel. Daar liggen de basiliek Santa Restituta en het baptisterium San Giovanni, een zeer oude doopkapel uit de 6e eeuw. Let op de mozaïeken in deze doopkapel die zo’n 15 eeuwen (!) oud zijn. Bij opgravingen onder de kerk zijn objecten gevonden uit de Griekse en Romeinse tijd.

De grootste attractie van deze kerk is de kapel van San Gennaro (Sint Januaris), de beschermheilige van de stad Napels, met op het hoofdaltaar het zilveren borstbeeld dat de schedel van de heilige bevat. De kapel is versierd met fresco’s van Domenichino en Giovanni Lanfranco. Januaris werd in 305 onthoofd tijdens de christenvervolging door de Romeinse keizer Diocletianus. In de Dom van Napels worden twee urnen bewaard met daarin volgens de legende het gestolde bloed van de Heilige Januaris. Twee maal per jaar worden die urnen vlak bij het hoofd van Januaris gebracht, op de eerste zondag in mei en op 19 september. Als door een wonder wordt dit eeuwenoude ‘bloed’ dan weer vloeibaar. Tot grote opluchting van de bijgelovige Napolitanen, want als het bloed niet vloeibaar wordt betekent dat rampspoed.